Bondgenootschappen sluiten
Door de spanningen in Europa zoeken landen steun bij elkaar. Er ontstaan twee grote bondgenootschappen. Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Turkse Rijk vormen de centralen. Als reactie sluiten Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland in 1907 een bondgenootschap, die de geallieerden worden genoemd. Nederland sluit zich niet aan bij een bondgenootschap.
De moord op Frans Ferdinand
Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog is een combinatie van jarenlang opgebouwde spanningen. De directe aanleiding is de moord op Frans Ferdinand, de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije. Op 28 juni 1914 wordt hij door een Serviër vermoord. Oostenrijk-Hongarije verklaart de oorlog aan Servië. Dat land wordt gesteund door Rusland – dat een bondgenootschap heeft met Groot-Brittannië en Frankrijk. Een kettingreactie volgt: de Eerste Wereldoorlog is een feit.
☞ Meer weten: De kogel die de Eerste Wereldoorlog startte (SchoolTV)
Het Nederlandse leger paraat
Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bedreigt Nederland, dat neutraal wil blijven. Het leger wordt op 1 augustus 1914 gemobiliseerd om het land te verdedigen als dit nodig blijkt. De angst bestaat dat Duitse troepen via Limburg naar Frankrijk trekken. Dat gebeurt niet: het Duitse leger valt België binnen. Bij veel burgers en soldaten leeft het idee dat het een korte oorlog zal worden met een snelle overwinning. Dat zal alleen heel anders lopen.
☞ Meer weten: De Eerste Wereldoorlog (Canon van Nederland)
Een einde aan de Grote Oorlog
Twee landen zorgen voor verandering in de statische oorlog. Rusland sluit vrede met Duitsland, nadat de communisten in het land de macht grijpen tijdens de Russische Revolutie. De Verenigde Staten mengen zich, na jaren neutraliteit, ook in de oorlog aan de kant van de geallieerden. De centralen zien in dat de oorlog niet te winnen valt. Op 11 november 1918 wordt een wapenstilstand getekend. De Eerste Wereldoorlog heeft naar schatting 20 miljoen mensen het leven gekost.
☞ Meer weten: De erfenis van de Eerste Wereldoorlog (SchoolTV)