De industrialisatie zorgt voor economische groei. Vooral de fabriekseigenaren profiteren hiervan. Dat willen de arbeiders veranderen. Ze richten vakbonden op: een vereniging om samen betere werkomstandigheden te eisen. Zo staan ze sterker tegenover hun bazen.
De politiek bekommert zich in de negentiende eeuw weinig om de arbeiders. Doordat alleen rijke mannen kiesrecht hebben, bestaat de politiek uit
en . Zij willen een overheid met weinig regels en veel vrijheid. Pas onder druk van de arbeiders en de toename van in de politiek, komen er in 1901 wetten om de arbeiders te helpen. Zo wordt de Leerplichtwet ingevoerd: kinderen tussen 6 en 12 jaar moeten verplicht naar school. Arbeiders worden beter beschermd met een ongevallenwet en de regering belooft betere woningen.
☞ Meer weten: De geschiedenis van de vakbond (SchoolTV)