Tot 1940 zijn het voornamelijk christelijke partijen die het in de Tweede Kamer en in de regering voor het zeggen hebben. De samenleving, en zo ook de politiek, is : mensen leven in een eigen groep, met eigen organisaties.
De democratie verdwijnt in Nederland als de Duitse bezetters in mei 1940 binnenvallen. De regering vlucht naar Londen. Ook veel Kamerleden vertrekken of worden gevangengezet. De Duitse bezetters stellen Arthur Seyss-Inquart aan als nieuwe Rijkscommissaris. Hij is, namens dictator Adolf Hitler, de baas in Nederland.
Na de bevrijding in 1945 komt de Tweede Kamer pas weer bijeen. Er zijn veel lege plekken in de zaal. Sommige Kamerleden zijn gestorven, vermoord, of zijn gevangengenomen door hun samenwerking met de Duitse bezetters.