Met de grondwetswijziging van 1848 wordt Nederland een beetje democratischer. Toch is het maar een kleine groep die mag stemmen: mannen met veel geld. In de Tweede Kamer zitten politici die bij verschillende stromingen horen. Een grote groep zijn de liberalenMensen die vinden dat burgers en bedrijven zoveel mogelijk vrijheden kennen.. Zij zijn voor vrijheid en tegen veel regels. Andere politici zijn zogenoemde confessionelenMensen die vinden dat het geloof het uitgangspunt is bij het besturen van een land., die hun politieke ideeën baseren op geloof. Een politieke stroming die opkomt is het socialismePolitieke stroming van mensen die vinden dat de overheid met regels geld en bezit eerlijk moet verdelen.. Zij komen op voor de rechten van arbeiders, maar die hebben nog geen kiesrecht.

De leden van de Tweede Kamer worden op persoonlijke titel gekozen. In 1879 gaan politici voor het eerst samenwerken in een politieke partij. De Anti-Revolutionaire Partij (ARP) van Abraham Kuyper is de eerste.