De oorlog komt voor Nederland dichterbij. Duitse onderzeeboten en Britse mijnen hinderen de handel over zee. Er ontstaat schaarste en prijzen stijgen. De regering voert een
in: producten kunnen enkel met bonkaarten worden gekocht. De toegenomen armoede zorgt voor onrust. Zo vallen er in 1917 in Nederland doden, als een groep huisvrouwen een aardappeltransport plundert.
Sommige Nederlanders profiteren juist van de schaarste. Ze verkopen producten stiekem voor hogere prijzen, in binnen- en buitenland. De neutraliteit van Nederland blijkt op lange termijn gunstig voor de economie. Andere Europese landen zijn juist veel geld kwijt aan de oorlog, die met bloedige veldslagen voortduurt.