Ondanks dat er steeds meer kritiek is op de rol van Nederland in Indië, verandert er nauwelijks iets. Ook niet als in 1901 een ethische politiek wordt ontwikkeld. Het idee is dat Nederland het welzijn van de inheemse bevolking moet verbeteren, door te investeren in onderwijs, infrastructuur en zorg. Er worden scholen gebouwd, spoorlijnen aangelegd en artsen opgeleid. Het past binnen het gevoel van nationalisme dat in Europa heerst: trots op het eigen land en cultuur. In de praktijk gaat het vaak over in racisme, waarbij Nederlanders ‘het beter weten’. De meeste inwoners merken nauwelijks iets van de ethische politiek. De welvaart neemt niet toe en politieke invloed op hun eigen land hebben de Indiërs niet.
