Schilderij van koning Willem I in zijn kroningsmantel, 1819. (Beeld: Rijksmuseum Amsterdam)

Een koning voor Nederland

Vanaf 1813 worden de Franse overheersers verjaagd uit Nederland. Er wordt afgesproken dat Nederland een monarchie wordt, met een koning aan het hoofd. Dat wordt koning Willem I, de zoon van de laatste stadhouder. Het Koninkrijk bestaat uit wat nu Nederland, België en Luxemburg is. De Staten-Generaal worden opgesplitst in een Eerste Kamer en een Tweede Kamer.

 

De leden van de Eerste Kamer kiest de koning zelf, vaak adellijke vrienden. De leden van de Tweede Kamer worden door een klein groepje mannen gekozen bij verkiezingen. Nederland is nog weinig democratisch, want bij alles heeft de koning het laatste woord. Willem I ziet de ministers in de regering vooral als ‘zijn adviseurs’.

 

 Meer weten: Koning Willem I (Drie koningen van Oranje, SchoolTV)