Samenwerken loont. Dat zien ook andere Europese landen. Tussen 1973 en 1986 treden nog zes landen toe, waaronder Groot-Brittannië, Spanje en Portugal. Binnen de EEG wordt steeds meer gesproken over verdere samenwerking. Een gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt ontwikkeld, om de voedselvoorziening veilig te stellen en de inkomens van boeren te verbeteren door subsidies. Niet alleen over economie, ook op gebied van onderwijs, cultuur en milieu worden afspraken gemaakt.
Over deze afspraken wordt in het Europees Parlement gediscussieerd. Elk land kiest politici die daar over nieuwe wetten stemmen. Hoe meer inwoners een lidstaat heeft, hoe meer zetels ze hebben in het parlement.