Niet alleen de liberalen, ook confessionele partijen willen meer sociale wetten invoeren. In 1901 worden verschillende wetten ingevoerd om het leven van arbeiders en kinderen te verbeteren. Door de Leerplichtwet moeten alle kinderen tussen 6 en 12 jaar voortaan naar school. Arbeiders krijgen dankzij de Ongevallenwet een kleine uitkering als ze door een ongeval niet meer kunnen werken. Met de Woningwet worden strengere regels opgesteld om woningen veiliger en hygiënischer te maken.
De sociale wetten zorgen voor een beter leven voor veel Nederlanders. Toch heeft een grote groep volwassenen nog geen politieke invloed. Pas in 1917 wordt het algemeen kiesrecht voor mannen ingevoerd. Twee jaar later krijgen ook alle vrouwen stemrecht.
☞ Meer weten: Van sloppenwijken tot sociale woningbouw (Andere Tijden, SchoolTV)