Schilderij van de slag om Gettysburg, 1863. (Beeld: Thure de Thulstrup, Library of Congress)

Amerikaanse burgeroorlog

Niet voor iedereen is Amerika het beloofde land. De indianen, de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika, moeten plaats maken voor nieuwe gemeenschappen. Soms in ruil voor spullen, maar veel vaker gedwongen met geweld.

 

De Verenigde Staten tellen in de negentiende eeuw ook zo’n vier miljoen tot slaaf gemaakten. Zij werken op plantages in de zuidelijke staten. In het noorden bloeit de industrie op en worden fabrieken gebouwd. In deze staten komt het abolitionisme op: een beweging tegen slavernij. In het zuiden wordt gevreesd dat de federale regering, onder leiding van president Abraham Lincoln, slavernij wil verbieden. Elf zuidelijke staten scheiden zich daarom af en kiezen een eigen president.

 

Het leidt in 1861 tot de Amerikaanse burgeroorlog. Een bloedige strijd volgt, waarbij zo’n 700.000 doden vallen. Ook Nederlandse immigranten vechten mee. Na vier jaar vol veldslagen, geven de generaals van de zuidelijke staten zich over. Vijf dagen na het einde van de oorlog wordt president Lincoln vermoord. Maar hij heeft zijn doel bereikt: de Verenigde Staten ‘verenigd’ houden. En eind 1865 wordt slavernij verboden.

 

☞ Meer weten: Hoe ziet de strijd tegen rassenongelijkheid in de VS eruit? (NPO Kennis)