Leraren zijn dol op presenteren. Ze doen de hele dag niet anders! Maar soms ben jij aan de beurt, om voor de klas uitleg te geven. Hoe pak je dat het beste aan? Tips van enkele ervaringsdeskundigen, want presenteren kun je leren!
Er was eens… een briljant onderwerp
Elke presentatie begint met heel veel nadenken. Als je mazzel hebt, ligt er al een onderwerp voor je klaar. Misschien heeft je docent geschiedenis de hele Eerste Wereldoorlog al voor je uitgekauwd, of is helder waar je boekpresentatie over moet gaan. Maar vergeet niet: het is jóuw presentatie, dus geef er gerust je eigen draai aan (al kun je de Eerste Wereldoorlog niet anders laten eindigen).
Heb je nog geen onderwerp? ‘Zoek dan iets wat je écht interesseert’, geeft 7Days-blogger Niek (18) als tip. Dan haal je zelfs plezier uit het verzamelen van informatie. Google is je beste vriend, maar check wel de bron: geloof niet zomaar alles wat er op internet staat. Je kunt ook boeken erop naslaan, of experts benaderen. Scheid de belangrijke feiten van de nutteloze informatie.
Wacht ondertussen nog even met het in elkaar knutselen van de slides: laat je hoofd eerst het voorbereidende werk doen. Op de fiets, onder de douche of tijdens het afwassen komen vaak de beste ideeën. Om alle informatie te ordenen, kun je een mindmap gebruiken. Daarmee kun je alle informatie rondom je onderwerp plaatsen, zodat je ziet wat het beste bij elkaar past. Popplet enCoggle zijn daar handige hulpmiddelen voor.
De wereld van PowerPoint
Weet je wat je wilt vertellen? Mooi! Dan kun je een diavoorstelling maken voor bij je verhaal. Natuurlijk staan good old PowerPoint of Prezi voor je klaar, maar wacht: er is meer! Sway bijvoorbeeld, de hipstervariant van PowerPoint, of het overzichtelijke Bunkr. Werk je met anderen aan een presentatie?
Met Google Slides kun je de slides tegelijkertijd bewerken. Wie echt modern wil zijn, gebruikt Preso: dan kun je je presentatie met je smartphone besturen.
Met deze software zijn de mogelijkheden oneindig. Maar daar ligt ook de valkuil, waarschuwt blogger Lotte (17). ‘Vermijd felle kleuren, animaties, regenboog-WordArt en het lettertype Comic Sans.’ Houd je slides simpel en overzichtelijk, drie zinnen is meer dan genoeg. Dat geldt ook voor plaatjes: gebruik alleen kattenplaatjes als je presentatie écht over katten gaat.
Je slides moeten enkel je verhaal aanvullen. Het draait niet om de software maar om jou: de hardware!
Offline presenteren
Je zou het bijna vergeten, maar er is meer in het leven dan diavoorstellingen. Een offline presentatie kan net zo goed werken, of zelfs beter. Een poster, een video, een schilderij, een toneelstukje, een rap of gewoon een ijzersterk betoog: allemaal manieren om je verhaal over te brengen.
Oefening baart kunst
Wanneer je presentatie zo goed als af is, kun je gaan oefenen. Houd daarbij de twee D’s in je achterhoofd: Doel en Doelgroep. Wat wil je bereiken met je presentatie en aan wie ga je het vertellen? Je ouders of je spiegel kunnen als proefpubliek dienen. Dan kun je meteen timen hoe lang je verhaal duurt, geeft blogger Merel (16) als tip. ‘Dat voorkomt dat je halverwege je verhaal al moet afronden.’ De gemiddelde mens spreekt 130 woorden per minuut, dus reken maar uit. Of laat de online tool Speechcalculator het werk voor je doen.
Je hele verhaal uit je hoofd leren, dat is niet te doen. Probeer daarom
de grote lijnen te onthouden, raadt Lotte aan. ‘Je bent eigenlijk een cabaretier: die heeft ook zijn grappen uitgeschreven, maar vertelt ze wel spontaan.’ Ben je bang voor een black-out? Maak dan kleine kaartjes met steekwoorden erop. Als je met meerdere klasgenoten presenteert, kun je zo makkelijk de presentatie opdelen.
Spreek met je lichaam
Tijdens de presentatie wordt er niet alleen naar je geluisterd, er wordt ook naar je gekeken. Denk dus aan simpele dingen, zoals: ga niet voor de beamer staan, haal je handen uit je zakken en check of je gulp echt
dicht is. Als je het idee hebt dat je overdreven rechtop staat, je aan het schreeuwen bent en je extreem langzaam praat, dan doe je het juist goed.
De presentatie in drie delen
De aftrap
Het moment is daar: het is jouw beurt om te vlammen. Zorg dat je vooraf alles al hebt klaargezet. Je klasgenoten hoeven echt niet te zien hoe je wanhopig je mailbox doorspit op zoek naar je presentatie. Zorg voor een indrukwekkende opening. Een heel showballet zal niet lukken, maar met een anekdote, een actuele aanleiding of een prikkelend voorbeeld trek je meteen de aandacht. De eerste minuut van je presentatie is meteen de belangrijkste. Als die leuk is, wil de klas de rest ook graag horen.
Het moment suprême
Ben je los? Vergeet dan alles wat je hebt geoefend: dít is je moment! Vertel je verhaal vol zelfvertrouwen. Heb je dat niet? Doe dan net alsof. Het is helemaal niet erg als je iets vergeet: de toehoorders weten toch niet wat ze missen. Maak contact met je publiek, reageer op wat er gebeurt. Wat je zeker niet moet doen, is je publiek in hun onderbroek voorstellen, zoals vaak wordt getipt. Blogger Laura (18): ‘Waarom zou de onderbroek van mijn docent Duits mij in hemelsnaam kalmeren?’
Het slotwoord
‘Nou, dat was het.’ Niets is dodelijker dan je presentatie eindigen met die zin. Kom in plaats daarvan met een krachtige samenvatting of conclusie, of zet je publiek aan het denken met een goede vraag. Pas als je je applaus in ontvangst hebt genomen, dan mag je die andere standaardzin uitspreken: ‘Zijn er nog vragen?’
Gepubliceerd in 7Days