Het geheim achter De Speld: ‘Ook onzin moet kloppen’

De tijd dat De Telegraaf klakkeloos stukken van satirisch magazine De Speld overnam lijkt definitief voorbij. Medium sprak met drie redacteuren over het – gevestigde – succes van de website. ‘‘De Speld is best wel een huishoudbegrip geworden’’.

‘‘De Terneuzense snackbarhouder Frederik Bargen komt met een nieuwe snackinnovatie. Nadat hij eerder al het patatje oorlog succesvol uitbouwde tot de ‘Srebrenica-schotel’ heeft hij zich nu de woede van diverse joodse organisaties op de hals gehaald met zijn nieuwste idee: het zogenaamde ‘patatje Holocaust.’’’ Het was het begin van een artikel op De Speld, alweer zo’n vier jaar geleden. En het was eveneens het begin van een artikel op de website van De Telegraaf, die dit opmerkelijke nieuws niet kon laten liggen. Een bloedserieus artikel, gebaseerd op bloedserieuze satire.

Het is één van de vele voorbeelden waarin media de stukken van De Speld, de Nederlandse equivalent van The Onion, onterecht voor waar aannamen. De tijd waarin men er nog volop intrapte is echter achter de rug, denkt ook Thomas Hogeling, sinds 2009 werkzaam voor De Speld. ‘‘Mensen trappen er veel minder snel in. Alleen bij een heel grote hit zijn het nog wel eens buitenlandse media die het overnemen. Die hebben dan ook wel door dat het satire is, maar die vinden dat dan een leuk fenomeen.’’

Professionalisering

De bekendheid van De Speld neemt fors toe. Hogeling: ‘‘Toen ik nog studeerde was De Speld een klein hypeje op de studie. Het werd toen nog niet echt gelezen buiten academische kringen.’’ Inmiddels is het satirisch magazine nationaal bekend. Zowel op de website als op Facebook worden de artikelen volop gelezen. Bij WNL had De Speld op de late avond een eigen radioprogramma op Radio 1, en het boek Nederland: Het Boek, waarin de geschiedenis van Nederland op ‘Speldiaanse wijze’ wordt doorlopen, vliegt over de toonbanken.

Een zekere mate van professionalisering is dan ook aan de orde, hoewel de redacteuren er gewoon een baan naast hebben. Tom Roes, naast redacteur bij De Speld ook regisseur van Keuringsdienst van Waarde en De Rekenkamer, vindt de toenemende bekendheid fijn. ‘‘De Speld is eigenlijk best wel een huishoudbegrip is geworden. Mensen weten tegenwoordig wel dat het satire is. Er was in het begin ook wel eens het misverstand dat wij een soort ‘nepnieuws’ maken en daarmee hopen in de media te komen. Wij maken satire. En dat het dan af en toe een keer wordt overgenomen door De Telegraaf als waarheid, of door een Turkse krant, is grappig, maar dat is nooit het doel geweest van wat wij schrijven.’’

Steven van der Jagt, sinds 2008 redacteur bij De Speld: ‘‘Het doel van een stuk is bovenal satire, humor produceren. Dat doen we door gewone nieuwsberichten, nieuws dat waar had kunnen zijn, zo te verdraaien dat ze absurd worden.’’

Journalistieke stijlen

Geen nepnieuws dus – alhoewel de artikelen verdacht veel op écht nieuws lijken. Van der Jagt: ‘‘De journalistiek is op zich een middel waarmee de nieuwsontvanger bereikt wordt. Wij zijn humoristen die van journalistieke instrumenten gebruikmaken. Een voorbeeld is dat als iemand wordt opgepakt voor een grote misdaad, bijvoorbeeld toen bij de schietpartij in Alphen aan de Rijn, de hele geschiedenis van de dader wordt verteld. Dat hebben wij dan ook gedaan, maar dan met een foutparkeerder. Het is het uitvergroten van bepaalde nieuwsstijlen. De journalistieke standaards die erin zijn gesleten leggen wij bloot.’’

Dat De Speld zelf journalistiek is sluit Roes uit. ‘‘Het is vooral om mensen aan het lachen te maken. En daarmee maak je misbruik van journalistieke foefjes. Dus je schrijft als een journalist, maar nee, ik mag toch hopen dat het niet als journalistiek doorgaat.’’

De Pers

Twee keer per week verschijnt een artikel van De Speld in de Volkskrant. Het is de tweede krant waarin de satirische stukken verschijnen: eerder publiceerde De Speld in de gratis en inmiddels failliete krant De Pers. Hogeling: ‘‘De Pers – gekke krant eigenlijk – gaf ons heel veel vrijheid. We hadden een volledige eigen pagina. Er stond ook helemaal niets boven, er stond alleen ‘De Speld’. Dat leidde nog wel eens tot verwarring en De Pers kreeg er ook wel kritiek op. Maar uiteindelijk kreeg De Pers ook wel heel veel krediet van journalisten dat ze ons op die manier plaatsten. Er is niets treuriger dan ergens heel groot ‘satire’ boven zetten. Bij de Volkskrant gebeurt dat inmiddels wel op de website, helaas.’’

Parodie

De stukken van De Speld zijn uitgesproken, maar niet uitgesproken kritisch op ontwikkelingen in het nieuws of in de journalistiek, stelt Roes. ‘‘We zetten dingen voor schut. Als alle media massaal achter iets aan rennen is het natuurlijk heel leuk om dat belachelijk te maken. De journalistiek is af en toe wel heerlijk te parodiëren. Er staat zoveel onzin in kranten ook. Het is niet zozeer kritiek, eerder lol trappen met.’’

Een hoger doel zit er niet in, hoewel het per redacteur kan verschillen. Hogeling: ‘‘Ik vind het wel leuk als er iets van mijn frustratie of iets van mijn mening in zit. Op de redactie kijken we gewoon of het grappig is of niet, en relevant.’’

Dilemma

Het succes brengt ook dilemma’s met zich mee, ondervindt Hogeling. ‘‘Wat wel verschilt met vroeger is, dat als wij over een bepaald nieuwsfeit nu niet een grap maken, we dat meteen te horen krijgen. Vroeger als je ergens geen stuk over schreef gebeurde er niets. Als het een slecht stuk was verdween het gewoon. En met een goed stuk kreeg je complimenten. Nu wordt er wel iets van je verwacht. Je hebt dus ergens wel een plek in de media, al weet ik niet precies waar. Je hebt ergens een functie gekregen. Ik voel het niet als een verantwoordelijkheid, maar mensen zien het wel zo. Dat is wel heel leuk.’’

Onzin moet kloppen

Een artikel moet niet alleen grappig en relevant zijn, het moet ook kloppen. Onzin of niet. Roes: ‘‘Namen en jaartallen moeten bijvoorbeeld gewoon kloppen. Er verscheen onlangs een stukje in de geheime Facebookgroep over dat er een benefietoorlog wordt georganiseerd voor de slachtoffers in Syrië. Daar stond niet bij beschreven hoe er dan geld wordt opgehaald. We gingen in discussie met elkaar om te verzinnen hoe je in godsnaam geld inzamelt voor een benefietoorlog. Bullshit moet kloppen, zeggen wij altijd.’’

Hogeling: ‘‘Ooit een beetje humoristisch hebben we onder onze redactie een afdeling fact checking gezet. Maar eigenlijk doen we dat wel.’’

Roes: ‘‘Je moet weten hoeveel er in onze geheime Facebookgroep wordt afgekeurd. Van alles wat ik plaats gaat negentig procent vrijwel direct de prullenbak in. De lat komt steeds hoger te liggen.’’ Hogeling: ‘‘We zijn intern heel kritisch op elkaar, tot ruzie aan toe. En dat is ook wel goed, daar geniet ik ook wel van. De discussies zijn ook heel fel en vaak volledig humorloos. Het relativeren gebeurt vooral naar buiten toe, intern zijn wij heel serieus. Het is ook helemaal niet zo grappig.’’

Ambities

Ondanks een succesvolle website, publicaties in de Volkskrant, een eigen radioprogramma en een onlangs uitgebracht boek zijn er nog volop toekomstplannen. Bijvoorbeeld: ‘‘We willen groter worden dan Kakhiel.’’ Of interessanter: ‘‘We zijn bezig met de VPRO om een serie te maken, gebaseerd op ons boek Nederland: Het Boek.’’ De media mogen De Speld dan niet altijd meer voor serieus aannemen, serieus nemen moeten ze het wel.

Gepubliceerd in Medium Magazine