Het Achterhuis als decorstuk

Een bespreking van de theatervoorstelling ANNE

Dat de geschiedenis in boeken wordt gegoten is al eeuwen geaccepteerd. Veel verhalen van vroeger blijven daardoor ook bestaan. Het dagboek van Anne Frank is daar een mooi en belangrijk voorbeeld van. Maar wat als het verhaal van Anne Frank tot leven komt in een theatervoorstelling, zeventig jaar later? De voorstelling ANNE oogstte in 2014 lof én kritiek. Want was Anne Frank plots ‘entertainment’?

Al in 1955, slechts acht jaar nadat het dagboek van Anne Frank werd gepubliceerd, verscheen op Broadway een eerste toneelstuk over het Joodse meisje. In de decennia die volgden zijn er vele versies opgevoerd. Maar de grootste en meest kostbare productie kwam in 2014 hier in Nederland tot stand. De producenten van Soldaat van Oranje, de musical die al sinds 2010 avond aan avond is uitverkocht, zetten hun tanden in een ander verhaal uit de Tweede Wereldoorlog: dat van Anne Frank. Ze kregen daarvoor steun van het Anne Frank Fonds in Basel. Voor de nieuwe voorstelling ANNE werd in Amsterdam zelfs een compleet nieuw theater uit de grond gestampt en voor het decor werden de modernste technieken gebruikt.

Nog vóór er ook maar een voorstelling was gespeeld deed ANNE stof opwaaien. De directeur van de Anne Frank Stichting in Amsterdam – de concurrent van het ‘fonds’ uit Basel – uitte kritiek op de presentatie van de voorstelling. Zo konden bezoekers tegen betaling rekenen op ‘een sfeervolle ontvangst met champagne en amuse’. Ook was het mogelijk voor de voorstelling in het theater een driegangendiner te nuttigen en na afloop ‘gezellig na te borrelen’. Commercie en holocaust, kan dat wel samen?

Vertelwijze

Het is een wat boute vergelijking. ANNE is immers een commercieel product dat moet worden terugverdiend. Opvallend genoeg verstomde die kritiek na de première: er kon immers over de inhoud worden gepraat. ANNE werd door de pers wisselend ontvangen: van ‘te braaf en te lang’ tot ‘overdonderend totaaltheater’. Bij andere voorstellingen over Anne Frank kwam nog weleens kritiek op de wijze waarop het verhaal werd gepresenteerd – vorig jaar nog, bij het toneelstuk Achter het Huis, waarbij volgens het Anne Frank Fonds te veel schuttingtaal en humor zou zijn gebruikt. In het geval van ANNE bleef kritiek op de historische presentatie uit. Sterker nog, de vertelwijze werd juist geprezen en de makers gaven zelf ook aan dat het aanbrengen van historische juistheid volop werd nagestreefd.

Toch zijn er in ANNE veel aanpassingen gedaan om van historische feiten, in combinatie met het dagboek, een theaterstuk te maken. Scenarioschrijvers Leon de Winter en Jessica Durlacher kozen voor een kadervertelling, waarbij Anne Frank zélf terugblikt op haar leven. Dat doet ze vanuit een brasserie in Frankrijk, waar ze als jonge schrijfster in contact komt met een uitgever, een personage dat voor deze vertelling verzonnen is om zo het verhaal kracht bij te zetten (Rietbergen, 2015). Een slimme, fictieve toevoeging, wat historisch niet juist is – Anne is immers niet ouder geworden dan vijftien jaar – maar wel duidelijk maakt dat het geen pure geschiedenisles is, maar een navertelling (Breadder et. al., 2017).

Een compilatie van het theaterstuk ANNE in Theater Amsterdam.

Op ware grootte

Door het verhaal van Anne Frank op de planken te brengen krijgt het publiek de kans om de geschiedenis ‘live’ mee te maken (Beck, 2012; De Groot, 2016). Bij deze vorm van publieksgeschiedenis gaat het om de ervaring. De makers van ANNE hebben daarbij niet enkel dramaturgische ingrepen aangewend, maar ook nieuwe technieken gebruikt. Zo is voor de voorstelling het Achterhuis, waar Anne met zeven anderen twee jaar lang ondergedoken zat voor de nazi’s, op ware grootte nagebouwd. Ondanks het enorme theater kom je daardoor wel dichtbij de personages. Met projecties werden er originele beelden uit de Tweede Wereldoorlog vertoond, evenals korte fragmenten uit het dagboek van Anne Frank. Deze toevoegingen verhogen het historische gehalte en maken het onderscheid tussen het spel op het podium en de werkelijkheid van zeventig jaar geleden duidelijk.

Een scènebeeld uit het theaterstuk ANNE.
Project Anne

De voorstelling ANNE heeft in twee jaar tijd meer dan 300.000 bezoekers getrokken. Dat valt het in het niet bij de musical Soldaat van Oranje, maar ANNE mag zich wel het langstlopende toneelstuk van Nederland noemen.

De makers hebben zich daarbij ook speciaal gericht op een jong publiek. Zo is door het Joods Historisch Museum het lesprogramma ‘Project Anne’ gemaakt. Duizenden scholieren uit heel Nederland konden de ‘eigentijdse’ voorstelling ook kosteloos bezoeken. ‘Ik wil dat iedereen het verhaal van Anne kent en het nooit meer vergeet’, sprak toenmalig minister Jet Bussemaker van Onderwijs bij de lancering. ‘Dit onderwijsproject kan helpen om na te denken over hoe we vandaag met elkaar omgaan.’

Muisstil naar buiten

De recensenten waren op theatraal vlak niet allemaal even enthousiast over ANNE, maar dat het een geslaagd voorbeeld van publieksgeschiedenis is mag duidelijk zijn. De commerciële activiteiten rondom ANNE kwamen weliswaar op kritiek te staan, toch wist de voorstelling een groot publiek te bereiken – dát was het uiteindelijke doel. De makers pretenderen daarnaast ook niet de volledige, historische juiste weergave van het verleden te schetsen, maar juist een eigentijdse versie te brengen van een bekend, historisch verhaal. Ondanks de fictieve toevoegingen en aanpassingen is er ook veel oog geweest voor een accurate weergave van het verleden.

De geschiedenis wordt voor de ogen van het publiek tot leven gebracht en zet aan tot nadenken – en dat kan ik beamen: ik heb weinig voorstellingen meegemaakt waarbij het publiek vrijwel muisstil naar buiten kwam. Door ook nog een onderwijsproject aan de voorstelling te koppelen wordt de link met het heden gelegd, juist voor een publiek dat misschien (nog) niet het dagboek van Anne Frank heeft gelezen of snel gaat lezen. ANNE is misschien niet zo historisch juist en volledig als het echte boek, maar wel een historisch theaterstuk volgens het boekje.

Dit artikel is geschreven voor de masteropleiding Publieksgeschiedenis, Universiteit van Amsterdam 2018-2019

Literatuurlijst

Beck, P.J. Presenting History: past and present.Basingstoke: Palgrave Macmillan.

Braedder, A., Esmark, K., Kruse, T., Tage Nielsen, C. & Warring, A. (2017). Doing pasts: authenticity from the reenactors’ perspective. Rethinking History. The Journal of Theory and Practice 21, 2 (2017) 171-192.

De Groot, J. (2016). Consuming History. Historians and heritage in contemporary popular culture. Londen/New York: Taylor & Francis Ltd.

Dean, D. (2016). History and Performance: Hamilton, An American Musical’. Opgehaald van http://ncph.org/history-at-work/history-and-performance-hamilton/

Rietbergen, P. (2015).Verbeeldingen van het verleden in woord, beeld en spel. Een complex cultureel continuüm voorbij de wetenschappelijke tekst.Nijmegen: VanTilt.