De Vergeten Prins: een historische roman besproken

Een bespreking van De vergeten prins (2015) van Lucas Zandberg

Hij is de koning die het Koninkrijk der Nederlanden nooit gehad heeft. Of, zoals auteur Lucas Zandberg hem omschrijft: ‘een vergeten prins’. Willem van Oranje-Nassau (1840-1879), beter bekend onder zijn roepnaam Wiwill om hem van alle andere Willems te onderscheiden, is de hoofdpersoon in de historische roman De vergeten prins van Lucas Zandberg uit 2015. Hieronder worden twee sterke punten van de historische roman belicht en twee minder sterke punten.

+ De auteur kan een andere kant van de geschiedenis laten zien

‘Doordat hij (Wiwill, red.) uiteindelijk geen regerend vorst werd en zich grotendeels terugtrok uit de openbaarheid, is zijn korte leven niet bijzonder goed gedocumenteerd.’ Dat schrijft Zandberg in zijn nawoord. De man die voorbestemd was om de vierde Oranjekoning van Nederland te worden, staat in de schaduw van zijn halfzusje Wilhelmina, die uiteindelijk wél op de troon belandde. Met de titel maakt Zandberg al duidelijk dat hij het verhaal van een ‘vergeten prins’ wil vertellen. Op die manier geeft hij een in de geschiedenis ‘gemarginaliseerd’ karakter een stem (De Groot, 2016). Het is het tweede boek dat ooit over de prins is uitgegeven, naast de in 1994 door Simone Schell geschreven historische roman Wiwill, kroonprins van Oranje: kind tussen twee vuren. Door deze historische romans krijgt deze Oranjetelg een eigen gezicht, een eigen verhaal, en meer bekendheid bij een groter publiek.

+ De auteur laat de menselijke kanten van historische personages zien

De manier waarop de kroonprins sprak en dacht, dat is in historische bronnen nauwelijks terug te vinden. In deze historische roman krijgt hij – letterlijk – een stem. Een historische roman biedt volgens De Groot (2016) toegang tot ‘verborgen, innerlijke drama’s’. Zo wordt in De vergeten prins het dilemma van Wiwill duidelijk beschreven: wil hij een zorgeloos, luxueus leven leiden in Parijs, of wil hij zich in Nederland voorbereiden op zijn toekomstige rol als koning? Om dit kracht bij te zetten heeft Zandberg een fictief personage geïntroduceerd: Johannes, de bediende van Wiwill. Door zo’n fictief personage kan het verhaal worden verduidelijkt (Rietbergen, 2015). De bediende bevraagt de prins regelmatig over zijn twijfels en in de dialogen komen persoonlijke worstelingen, bijvoorbeeld op het gebied van de liefde, naar voren. Als Johannes daar niet naar zou vragen, zou de lezer daar geen weet van hebben. Door hedendaags taalgebruik te hanteren kom je als lezer dichtbij de personages.

– De auteur gebruikt de geschiedenis enkel als ‘instrument’

In het nawoord schrijft Zandberg: ‘Omwille van het leesplezier (…) heb ik mijzelf dan ook de nodige artistieke vrijheden veroorloofd.’ Niet alleen is een fictieve bediende aan het verhaal toegevoegd, ook verantwoordt Zandberg dat hij twee bestaande maîtresses tot één personage heeft samengevoegd én dat hij ‘geschiedkundig minder belangrijke gebeurtenissen’ in de tijd heeft aangepast. ‘Wel heb ik mijn best gedaan de grote geschiedkundige gebeurtenissen geen geweld aan te doen.’ De vraag die meteen rijst is: wat verstaat Zandberg onder belangrijke, en minder belangrijke historische gebeurtenissen? Juist doordat er weinig over het leven van Wiwill bekend is en er weinig gedocumenteerd is, heeft Zandberg de vrijheid genomen om zijn leven vrijuit in te kleuren. Uit het nawoord blijkt dat Zandberg zich in eerste instantie schrijver voelt en dat historische juistheid ondergeschikt is aan het verhaal. De geschiedenis is als ‘prop’ gebruikt, zoals Beck (2012) beschrijft. De balans tussen feit en fictie lijkt daardoor niet helemaal in evenwicht en is ook niet te controleren: omdat het geen biografie betreft ontbreekt een uitgebreide verantwoording van de door de auteur geoorloofde vrijheden.

Het maakt van De vergeten prins een aparte combinatie. De bediende Johannes mag dan verzonnen zijn, zijn ‘meester’, gouverneur Eduard de Casembroot, heeft daadwerkelijk bestaan. Ook zijn relatie met gravin Mathilde van Limburg Stirum is historisch correct, al heeft de auteur bij gebrek aan historische bronnen haar karakter zelf ingekleurd.

– De auteur is subjectief, en zo is het verhaal

Waar een historicus zo goed en zo kwaad objectiviteit nastreeft, is dat niet de grootste taak van een schrijver (Beck, 2012). Hij of zij kan zich laten leiden door bestaande historische opvattingen, omschrijvingen van personages en deze accentueren omwille van het leesplezier. Dat lijkt in De vergeten prins ook het geval. Wiwill wordt, zeker in de eerste hoofdstukken, geportretteerd als losbol, die in Parijs de ene na de andere dame probeert te versieren. Voor de beschrijving van Wiwills vader, koning Willem III, praat Zandberg andere historici na: een egoïstische, opstandige en driftige man die de bijnaam Koning Gorilla verdient. De personages worden daardoor veelal stereotypen, waarvan de vraag blijft in hoeverre deze kloppen.

De vergeten prins portretteert een in de geschiedenis veelal vergeten Oranjetelg die een bijzonder, en ook bijzonder complex leven leidde, op een eenvoudige en plezierige manier. Door de grote artistieke vrijheid die de auteur zichzelf heeft toegedicht, is het echter lastig vast te stellen wat ‘feit’ en ‘fictie’ is, al is de vraag hoe erg dat is. Met de historische roman is in ieder geval een ding gelukt: een ‘vergeten prins’ weer onder de aandacht brengen.

Dit artikel is geschreven voor de masteropleiding Publieksgeschiedenis, Universiteit van Amsterdam 2018-2019

Verwezen naar

Beck, P.J. (2012). Presenting History: past and present. Basingstoke: Palgrave Macmillan.

De Groot, J. (2016). Consuming History. Historians and heritage in contemporary popular culture. Londen/New York: Taylor & Francis Ltd.

Rietbergen, P. (2015).Verbeeldingen van het verleden in woord, beeld en spel. Een complex cultureel continuüm voorbij de wetenschappelijke tekst. Nijmegen: VanTilt.