Blog: Een persreisje

Ik wist niet dat Vfl Wolfsburg een voetbalclub was. Ik wist niet dat Cartoon Network nog altijd bestond en ik wist niet dat Luiz Gustavo een wereldberoemde Braziliaanse voetballer is. In ieder geval weet ik wel dat mijn stage een leerzame is.

Al in de tweede week van de stage bij de redactie van Kidsweek en 7Days kwam ‘an offer you can’t refuse’: op persreis naar Duitsland. Het internationale Cartoon Network hield een competitie waarbij kinderen uit heel Europa hun beste voetbaltrucs mochten laten zien. Tien jonge talenten werden geselecteerd en uitgenodigd om in het stadion van Vfl Wolsburg te komen trainen, samen met sterspeler Luiz Gustavo. Of wij daar voor de krant een reportage van wilde maken en de Nederlandse Niall wilden volgen. Uw sportverslaggever stond te popelen.

De e-tickets vlogen twee dagen van tevoren mijn mailbox binnen. Een retourtje Hannover, volledig gesponsord door het pr-bureau achter het evenement. Dat een simpele vlucht voor een simpele stagiair naar Duitsland even duur is als een retourtje naar Bangkok voerde de druk toch wel wat op. En dan bedenk je opeens dat je eigenlijk helemaal niets weet van Braziliaanse voetballers, de Duitse Bundesliga of voetbal in het algemeen.

‘MR. WOUDT’ had ik op een bordje moeten zien nadat ik uit het vliegtuig was gestapt. Maar zowel het bordje als de meneer waren onvindbaar. Na een half uur zag ik nog een andere verdwaalde Poolse journalist lopen met een verdwaasde blik (die, zo leerde ik gedurende de dag, van blijvende aard is). Plots verscheen de chauffeur toch opeens, waardoor wij ons als illuster drietal naar het stadion konden verplaatsen.

De ontvangst bij het stadion had warm en hartelijk kunnen zijn, maar in plaats daarvan gingen ik en de Poolse journalist via een totaal verkeerde ingang naar binnen. Volg nooit een Pool. Terwijl de spelers van Vfl Wolfsburg na hun training in de ochtend naar buiten reden in hun Volkswagens, liepen wij via de garage naar binnen, om vervolgens over een hek te klimmen en ons geruisloos in de enorme menigte te voegen die bijeen was gekomen voor de feestelijke dag. Gratis entree. Gelukkig werd ik, na enig aandringen, erkend en in de roedel opgenomen. Met tien gelukkige kinderen, één ongelukkige profvoetballer, een handjevol ouders, een peleton aan fotografen en een onmetelijke massa aan pr-medewerkers begon de dag.

Een dag vol wachten: terwijl de kinderen zich warm liepen met Luiz Gustavo, terwijl de kinderen binnen een wedstrijdje tegen elkaar speelden, terwijl de kinderen op de foto moesten en een van de Action afkomstige beker in ontvangst mochten nemen. Ik als journalist wachtte geduldig op waar ik voor was gekomen: een interview met onze Hollandse held en, nog spannender, het stellen van een paar vragen aan Luiz Gustavo.

Die spreekt dus helemaal geen Engels, alleen Portugees en een beetje Duits. Nu heb ik daar verdammt noch mal eindexamen in gedaan, maar journalistiek uit de hoek komen en nog een beetje knap Duits praten is toch lastiger dan gedacht. Het aantal vragen dat we mochten stellen was toch al beperkt, want o wee: we mochten niets over het afgelopen WK vragen. Dat zou te pijnlijk worden. Dus vroeg ik onder andere of hij het leuk vond met de kinderen te voetballen. Dat vond hij.

Na nog een stapel kaarten met zijn hoofd erop te hebben gesigneerd ging de Braziliaanse held – volgens onze Niall ‘een ielig mannetje’ – er met gierende banden vandoor. Het feest bij ons ging nog door: Frau Jacobsen stond klaar om ons rond te leiden door het stadion. Deze mensenschuwe gids wist gedurende de wandeling de omgeving vrij accuraat te omschrijven (‘So this is the entrance.. and this is the lockerroom.. and this is another thing..’). Ondertussen verstoorde een iets te lollige Russische televisiemaker de rondleiding door guitig te gillen, tot grote en heerlijk zichtbare ergernis van Frau Jacobsen. Het was niet voor iedereen een feestdag.

Het diner was incluis, net als een kekke goodiebag die niet bij elke voetballer in de smaak viel (wat moet een 15-jarige nog met een kleurplaat en kleurpotloden? Afijn). Ondanks dat menigeen gesloopt de bus in stapte waren er nog enkele kinderen die graag nog even gingen voetballen. Met groot plezier, want het was een goed opgezette dag.

Ik, de journalist, werd de volgende dag met 180 kilometer per uur weer keurig naar het vliegveld getransporteerd en op de Cityhopper naar Schiphol gezet. Nu voor de krant alleen nog een reportage schrijven over de memorabele dag. Maar de ervaring van een persreis is alvast binnen.